Northern Explorer: onze laatste prachtige treinreis

Leo bij de locomotiefSchapen vanuit de treinMt Ruapehu vanuit de treinKoffiebekers met afdruk 3 NZ-treintrajecten als souvenirBergachtig groen uitzicht vanuit de trein90-graden bocht met de trein (je ziet de locomotief)

Vrijdag 12 februari 2016 was de dag van de Northern Explorer, een dagvullende, qua natuur afwisselende treinreis van hoofdstad Wellington naar wereldstad Auckland over de lengte van 681 kilometer. Deze reis was een beetje de reis van de herkenning. Allereerst waren de rijtuigen hetzelfde als die op het Zuidereiland: panoramadak, 1 open rijtuig en een caférijtuig. Ook kwamen we langs plekken waar we al eerder waren geweest: Paraparaumu/Kapiti Island en National Park (we konden het restaurant en onze logeerstraat zelfs op de foto zetten). Verder zagen we een uur lang Mt Ruapehu steeds van een andere kant. Het bouwkundig technische hoogtepunt van deze reis was de Raurimu Spiral. Om 139 meter te kunnen dalen (van vulcanisch plateau in het Oosten naar de vallei van de Whanganui River in het westen) hebben we 1 hoefijzerbocht, 2 90-graden-bochten en een volledige cirkel gemaakt. De trein reed voorzichtig, maar toch kon je het goed voelen en zien. Door snelheidsbeperkingen wegens hitte (33 graden!) en spoorwerkzaamheden kwamen we met 3 kwartier vertraging aan in de bruisende stad Auckland. We hebben voor het slapen gaan nog even genoten van zuid-amerikaanse livemuziek op het Aotea Square (schuin tegenover ons hotel) dat paste bij deze prachtige vrijdag-zomeravond.

Na een ontspannen ochtend in Auckland zitten we nu in de bus naar Kerikeri in de Bay of Islands. We rijden op State Highway nummer 1, die begint in Invercargill op het Zuidereiland. De afritten worden ook hier genummerd. Afrit 420 hebben we al gezien.

Wellington: winderige waterstad

Cable carBeehive (bijenkorf)Waka (kano) in Te Papa museumRoeien en yoga In de baaiSchaduwselfie op zonnewijzerUitzicht over de stad vanaf Mt Victoria

Na een goede nachtrust begonnen we dinsdag met een stevig ontbijt bij Fidel in de Cubastreet, een lange straat die op de haven/baai uit komt. Daarna zijn we via de i-site (VVV) met de cable car geklommen naar 122 meter hoogte. Via de botanische tuin en de rozentuin zijn we afgedaald naar de stad en hebben we een rondleiding gehad door de gebouwen van het NZ-parlement. Eén keer raden waarom dit gebouw de beehive (bijenkorf) wordt genoemd. We hebben ook een stukje debat meegemaakt op de publieke tribune. Het was leuk om iets mee te krijgen van de staatsinrichting en politiek van NZ. Leo heeft geposeerd voor het ministerie van Onderwijs en het Nationaal Archief. Via het treinstation zijn we naar de haven gelopen. In de haven hing een zeer ontspannen sfeer. Het water wordt volop gebruikt voor sport (dragon roeien, suppen, kayaken, waterpolo met kano, yoga, zwemmen) en op de boulevard wordt druk geflaneerd. Wij hebben lekker geborreld en gegeten daar.

Woensdag hebben we het grootste deel van de dag doorgebracht in het Te Papa Museum (het NZ- museum). Eerst hebben we uitgebreid stil gestaan bij de natuurverschijnselen aardbeving en vulkaanuitbarsting. Je kon goed zien hoe NZ is ontstaan en hoe de aardplaten verschuiven. Na een wandelingetje door de aangelegde nature forest hebben we kennis gemaakt met de maori-tradities en -bouwstijlen. Leo kon hier een ontmoetingshuis en een gewoon huis met zijn handen bekijken en ook een waka (kano). Na nog wat geshopt te hebben zonder iets te kopen, sloten we de dag weer af met een borrel in de haven en heerlijk maleisisch eten in een zijstraat van ‘onze’ Cubastraat.

Donderdag moesten we maar weer eens naar een uitzichtspunt. Hoewel er ook een bus ging, besloten wij natuurlijk te lopen. Eerst kwamen we onderweg langs het War Memorial met een indrukwekkende tentoonstelling over de 1e wereldoorlog met een bijzondere rol voor NZ bij de invasie op het turkse schiereiland Galipoli op 25 april 1915. Vervolgens begon de klim naar Mt Victoria (195 meter hoogte). Gelukkig was er veel schaduw van de bomen, waar we ook weer vogels konden opnemen. De 360-graden-lookout was de moeite waard. Onze borrelplek (de haven) zagen we goed liggen. Hierboven merkten we waarom Wellington de bijnaam ‘windy city’ heeft. 173 dagen per jaar is er windkracht 6 of meer. Vandaag ook, schatten we zo in. Na een broodje op de winderige top daalden we via de andere kant de berg weer af en kwamen we uit bij Oriental Beach, een heerlijk stads zandstrand. Tijd voor een verfrissende duik in de zee. En daarna sloten we de dag weer af met een borrel in de haven en pizza’s in de Cubastreet. Tot slot hebben we ons klaar gemaakt voor de laatste treinreis in NZ.

PS dit keer ook weer eens een schaduwfoto toegevoegd. Zoals je goed kunt zien staat de zon hier tussen de middag in het Noorden. Dat blijft bijzonder.

National Park: koffie op grote hoogte en veel watervallen

Roeiers op de Waikato River van HamiltonBesneeuwde Mount Ruapeho vanuit het dal (met heide) bezienOnze voeten zwevend vanuit de stoeltjesliftLeo op grote rotsblokken bij waterval op 2020 meter hoogte Water tussen bruin bemoste bomenDe krachtige Taranaki Falle

Via Hamilton (de 4e stad van Nieuw-Zeeland, maar raar genoeg in geen enkele reisgids beschreven) zijn we zaterdag afgereisd naar National Park Village. In Hamilton hadden we 2 uur overstaptijd. We hebben langs de Waikato-rivier gelopen. Gezien alle roeiers was het net de Bosbaan in het Amsterdamse Bos. National Park Village noemen wij een gehucht. Het kent 220 inwoners, 3 straten, 1 benzinepomp met supermarkt, 1 treinstation, enkele barretjes/restaurants maar wel heel veel accomodaties. Dit is omdat het dorp zo vlak bij het Tongariro National Park ligt, waar je prachtige wandelingen kunt maken (variërend van 15 minuten tot 5 dagen).

Zondagochtend vertrok om 7 (!) uur onze shuttlebus. Eerst werden alle andere passagiers afgezet bij het beginpunt van de 19 km lange Tongariro Crossing. Duizenden mensen hadden deze ochtend hetzelfde idee. Dus het was druk met shuttlebussen en auto’s. Omdat de Crossing voor ons niet haalbaar is binnen 8 uur, hebben wij ons af laten zetten in Wakapapa Village, een andere plek in het nationale park. Om 8 uur konden we daar op ruim 1.100 meter hoogte heerlijk koffie drinken in alle rust in de zon en in een super schone lucht. Dat was een hele verademing na Rotorua. Na een kleine wandeling door bos en paarse heide, zijn we met een stoeltjeslift Mount Ruapehu (berg met hele jaar sneeuw) op gegaan. We werden op 2.020 meter hoogte afgezet. Het was toen zonnig en we konden ver kijken. Over stenen en rotsen klauterend bereikten we een mooie waterval. Het water kletterde flink. De sneeuw lag te hoog om daar ook nog heen te klauteren. Dus was het tijd voor koffie in het hoogste café van Nieuw-Zeeland. Bizar was dat er inmiddels weinig uitzicht meer was. Er hing mist en steeds als de zon er toch doorheen kwam, kwam er land in zicht. Je voelde de mist in vocht en temperatuur. Toen we met de stoeltjeslift terug kwamen, begon het zelfs te regenen. Dus besloten we maar lekker droog in Chateau Tararingo te gaan lunchen. De zelf gesmeerde lunchboterhammen werden gebombardeerd tot ontbijtboterhammen voor de volgende dag. Na de lunch klaarde het weer aardig op en maakten we nog een korte wandeling. Ook hier liepen we langs veel waterstroompjes. Om 4 uur werden we met de bus opgehaald en scheen de zon in ons dorp, dus daar hebben we nog even heerlijk van genoten. ’s Avonds hebben we prima gegeten in het tot restaurant verbouwde railwaystation. Leuk is het om te weten dat we komende vrijdag met de trein dit station zullen passeren.

Vanochtend hebben we ons opnieuw naar Wakapapa Village laten brengen, nu pas om 9 uur. Wij hebben de Taranaki Falls – wandeling gelopen. Uiteraard niet voordat we koffie hadden gedronken in de zon en we ons goed hadden ingesmeerd. De wandeling begon over de hei. Toen we in het bos kwamen werden we verwelkomd door veel cycaden (een soort krekels die we bijna in elk bos horen), enkele vogeltjes en veel waterstromen. De waterstroom volgend kwamen we bij de waterval uit. Het water plonste eerst in een soort meertje en daarna via de stenen verder naar beneden. We konden behoorlijk dichtbij komen en andere mensen namen zelfs een duik. Na de waterval liepen we door lavagebied en de heide terug naar het dorpje. Het busje haalde ons om half 2 weer op zodat we met gemak de bus naar Wellington konden halen. Na een reis van 6 uur zijn we daar nu aangekomen en zitten aan de avondborrel. Morgen maar eens rustig de dag beginnen. De wekker wordt niet gezet!

Rotorua: rotte dagen

Maori-man in traditionele kleding (schaars gekleed)Vieze kolkende modderpoelChampagnepool met mooie oranje kleur en heel veel stoomSelfie van B&L in poncho. Bij Lake RotoruaZwarte zwaan met jongVDuckboat die weer het land op gaat

Woensdag (3 februari) om1 uur ’s middags kwamen we aan in Rotorua. Lopend naar ons motel maakten we direct kennis met de geuren en dampen die hier uit de aarde komen. Na snel boodschappen gedaan te hebben, maakten we ons klaar voor een traditionele maori-avond. We werden in het bos verwelkomd door schaars geklede, schreeuwende mannen in een waka (kano). Daarna een show met veel dans, bijzondere muziekinstrumenten en uitleg van maori-tradities. Er werd uiteraard ook een haka gedaan met stevige uitroepen en felle ogen. Je zou er bijna bang van worden… De maaltijd bestond uit in aardovens (umu’s) gegaarde lam, kip, zoete aardappel en gewone aardappel. Het rook en smaakte apart, maar was heel lekker. Nadat we in het bos ook nog glow worms hadden gezien (het leek wel kerstverlichting) hebben we heerlijk geslapen,

Donderdag stond de wekker weer vroeg voor onze trip naar Wai-O-Tapu, thermal wonderland. Eerst stopten we bij de grootste kolkende borrelende modderpool van NZ. Wat een vies geluid en gezicht was dat. Daarna weer snel de bus in voor de ‘uitbarsting’ van Lady Knox. Dit is een getructe eruptie van een geiser, waarbij duidelijk wordt uitgelegd hoe een uitbarsting werkt. Wij voelden ons echt toerist zo op de tribune, maar het was wel leuk om mee te makenn. De bus bracht ons uiteindelijk naar het park zelf. Hier hebben we een prachtige wandeling gemaakt langs kraters, modderpoelen en meren met een prikkeling van alle zintuigen, Het borrelde flink, het rook geregeld naar rotte eieren en andere (ondefinieerbare) geuren en warme dampen sloegen geregeld tegen je lijf. De kleuren waren vaak fel (geel, oranje, groen). Dit wordt veroorzaakt door de verschillende mineralen. Onze lunch konden we gelukkig op een bankje in het bos op eten op een vrijwel reukloos plekje. Het was allemaal heel bijzonder. Thuis gekomen hebben we een mineraalbad genomen. Het water komt direct uit de grond en wordt afgekoeld van 132 naar 37 graden. Je huid wordt er heerlijk zacht en glibberig van en aan de geur waren we inmiddels gewend. Lopend naar het centrum van Rotorua (1,8 km) voor ons diner, kwamen we door een buurtpark dat ook thermaal actief is. Je moet netjes op de paden blijven en je raakt niet uitgeroken. De geluidsopnamen en de foto’s zijn van deze dag dan ook lekker vies. Het avondeten op de night market was daarentegen heerlijk en gezellig met live muziek.
Vrijdag was het druilerig weer, maar zijn we toch gaan lopen langs Lake Rotorua. Door de regen was het erg mistig op het meer. Voor het eerst deze reis hebben wij de in Auckland aangeschafte poncho’s gebruikt. Ze voldeden prima aan de verwachtingen. Zwarte zwanen waren volop aanwezig, net als de blue duck. We hebben inmiddels een vogelapp waarin foto’s, beschrijvingen en geluiden van alle NZ-birds staan. Het is de sport om de juiste naam bij de vogels te zoeken. We hebben ons zelf beloond met een heerlijke lunch in een cafeetje. Eind van de middag hebben we 2 uur rond gereden en gevaren in een Duck. Dit is een amfibievoertuig uit de 2e wereldoorlog. Heel leuk om ook op deze manier 3 mooie meren te ontdekken. Na diner in de Eatstreet konden we het niet laten om weer via het stinkpark terug te lopen naar ons motel.

Inmiddels zijn we in National Park. Daar is de natuur fris en adembenemend. Weer eens wat anders dan rotte eieren…….